Krachtig centrumbeleid
Lerend netwerk
Lesgeven, materiaal ontwikkelen, interactie en groepsgevoel creëren, je cursisten coachen, opvolgen en evalueren, ... Als leerkracht vervul je binnen blended onderwijs zoveel rollen dat je als het ware een duizendpoot moet zijn. Bovendien wordt er niet alleen verwacht dat je op de hoogte bent van je vakgebied en wetenschappelijk onderbouwde principes van effectieve vakdidactiek, maar ook dat je beschikt over de nodige pedagogische bagage en kennis rond hoe je technologie doelgericht kan inzetten in jouw cursus.
Om kwalitatief blended onderwijs te geven, volstaat het niet om je klassikale lessen simpelweg online te geven. Het vraagt een extra vertaalslag om je cursus te herdenken, zodat je aanpak geschikt is voor deze onderwijsvorm én voor jouw (laaggeletterde) cursisten. Een sterk professionaliseringsbeleid dat leerkrachten helpt groeien op al deze vlakken, is voor een centrum dus zeker geen overbodige luxe.
Een factor die sterk bijdraagt aan de ondersteuning van leerkrachten en aan het versterken van hun competenties, is samenwerking en uitwisseling met collega’s. Praktijken zoals een-op-een-uitwisseling met een collega, elkaars lessen observeren, intervisiemomenten met het team, en materiaal samen ontwikkelen en delen, worden door leerkrachten als erg effectief gezien. Ze maken het mogelijk voor leerkrachten om optimaal te profiteren van elkaars sterktes en zo samen te werken aan nog krachtiger blended onderwijs. Als centrum is het dan ook belangrijk om voldoende tijd en ruimte voor samenwerking en uitwisseling te voorzien in de planning en in het takenpakket van de leerkrachten.
Naast de initiatieven binnen het centrum, kunnen ook samenwerking en uitwisseling met andere centra en organisaties het blended onderwijs effectiever maken. Door van elkaar te leren en de krachten te bundelen, kunnen leerkrachten en centra hun expertise rond blended onderwijs voor laaggeletterde (NT2-)cursisten vergroten en hun aanbod voor die doelgroep versterken en nog beter afstemmen op de noden van de cursisten. Als centrum bouw je ook deze centrumoverstijgende initiatieven het best structureel in. Bij deze samenwerkingen kunnen ook de pedagogische begeleidingsdiensten en andere experten een rol spelen. Op die manier worden meer diepgaande uitwisseling en effectieve samenwerking mogelijk, wat doorgaans leidt tot betere resultaten dan korte en eenmalige uitwisselmomenten.
Net als alle aspecten van blended onderwijs, wordt ook het beleid rond professionalisering, uitwisseling en samenwerking het best regelmatig kritisch geëvalueerd. Door te onderzoeken wat het effect is van bepaalde ondersteuningsmaatregelen en uitwissel- en samenwerkingsinitiatieven en op basis daarvan het beleid flexibel bij te stellen, kan je centrum zich blijven ontwikkelen en het blended onderwijs steeds verder verbeteren.
Om dat mogelijk te maken kan je een kwaliteitsteam samenstellen, dat op regelmatige basis data verzamelt (in de vorm van gesprekken met collega’s, bevragingen bij cursisten, …) om op basis daarvan beslissingen te nemen en het beleid van het centrum bij te sturen.
Meer achtergrond en toelichting bij deze bouwsteen en bij het BLEND UP-model vind je in het rapport To blend or not to blend? Krachtige én gelijke digitale leerkansen realiseren voor laaggeletterde (NT2-)cursisten. Er is ook een samenvatting.