Effectief leerkrachthandelen
Sterk aan de start
Vier succesfactoren voor een sterke start zijn:
- Start je cursus met een heldere uitleg over de structuur, manier van leren en gebruikte tools
- Introduceer tools door je cursisten er eerst in de les mee te laten experimenteren
- Zet een veilig leerklimaat op
- Leer je cursisten, hun voorkennis en leerbehoeften kennen
Het is voor alle volwassen cursisten belangrijk dat aan het begin van de cursus kenbaar gemaakt wordt wat hen te wachten staat. Dat gebeurt al vóór de eerste lessen, door als centrum duidelijk te communiceren over het hoe en waarom van de blended aanpak en over welke opties van blended leren er mogelijk zijn (zie ook de bouwsteen heldere visie en communicatie).
Ook tijdens de cursus verdient een goede introductie voldoende aandacht. Daarom kan je een infosessie organiseren tijdens een eerste contactmoment. Die sessie biedt ruimte voor een duidelijke uitleg en toelichting bij de structuur van de cursus, de leerdoelen en het gebruikte cursusmateriaal.
Ook is er hier aandacht voor de opbouw van de cursus en de manier waarop technologie ingezet wordt. Het is daarbij van belang dat je duidelijk uitlegt waarom er voor blended leren wordt gekozen, en de cursisten motiveert om blended te werken. Dit is noodzakelijk omdat die vorm van leren soms nieuw is voor cursisten en online werken door sommige cursisten niet met leren geassocieerd wordt. Daarnaast biedt deze sessie ruimte om verwachtingen ten opzichte van de cursisten te expliciteren.
Hoewel deze informatie ook online voor de cursisten beschikbaar gesteld kan worden, is het goed om deze infosessie tijdens een contactmoment te houden, zodat er ruimte is voor vragen van de cursisten. Zeker voor laaggeletterde cursisten is het goed als deze sessie in de klas georganiseerd wordt. Het is belangrijk om deze praktische informatie zo transparant en toegankelijk mogelijk naar de cursisten te brengen, zodat zij een goed beeld hebben van wat er van hen verwacht wordt.
Naast een duidelijke introductie kan je aan het begin van de cursus ook ruimte maken om de cursisten vertrouwd te maken met de gebruikte technologie en tools. In de eerste plaats kan je als leerkracht aandacht besteden aan het wegnemen van startersangst die cursisten, die niet vertrouwd zijn met het digitale, kunnen ondervinden. Het oefenen van digitale vaardigheden in een veilige omgeving is erg waardevol voor cursisten.
Daarna kan het aan de slag gaan met digitale technologie geleidelijk opgebouwd worden. Je kan beginnen met een demonstratie van de tool, maar het is goed als de cursisten er zo snel mogelijk zelf, hands-on mee aan de slag kunnen gaan. Door zowel de demonstratie als het uitproberen door de cursisten in de klas te organiseren, kunnen eventuele problemen snel opgespoord en opgelost worden, door de ondersteuning van de leerkracht (en eventueel de digicoach).
Hoewel het belangrijk is dat de cursisten tijdens de eerste lessen digitaal op weg geholpen worden, is het ook belangrijk om het leren werken met tools geleidelijk op te bouwen. Het is zeker niet aangewezen om in de eerste les al meteen verschillende tools te introduceren, omdat dit cursisten met lage digitale vaardigheden kan overweldigen.
In die eerste lessen maakt je het best ook ruimte voor het creëren van een veilig leerklimaat, waarbij cursisten zich gehoord en gezien voelen, en ze durven om met elkaar in interactie te treden. In de eerste lessen is het daarom ook belangrijk om voldoende aandacht te besteden aan de kennismaking van de cursisten, zodat ze een groepsgevoel kunnen opbouwen dat doorheen de cursus versterkt wordt.
Tot slot kan je deze eerste lessen ook aangrijpen om zelf je cursisten (beter) te leren kennen, hun voorkennis te achterhalen en zo zicht te krijgen op hun competenties, noden, behoeften en verwachtingen. De interactieve tool op deze website helpt je om zicht te krijgen op enkele eigenschappen die belangrijk zijn voor blended onderwijs, maar ook het achterhalen van de vakspecifieke competenties en voorkennis van je cursisten is belangrijk om je cursus zo goed mogelijk af te stemmen op hun noden. Die analyse kan helpen bij de beslissing wat je in de klas doet, en wat je online behandelt, in welke mate je op maat werkt en hoeveel autonomie je je cursisten geeft.
Uiteraard is het niet nodig om die analyse bij elke cursistengroep helemaal opnieuw uit te voeren omdat je meestal kan voortbouwen op de ervaringen met vorige groepen. Je kunt de analyse vaak ook al grotendeels vóór de start van de cursus uitvoeren, op basis van de informatie die je vooraf hebt over de cursisten. Zeker bij kortlopende cursussen is dat handig.
Meer achtergrond en toelichting bij deze bouwsteen en bij het BLEND UP-model vind je in het rapport To blend or not to blend? Krachtige én gelijke digitale leerkansen realiseren voor laaggeletterde (NT2-)cursisten. Er is ook een samenvatting.