De blend van Dries
Ik geef één keer per week 3 uur les in een rusthuis van de gemeente aan een groep poetsmedewerkers. Sommigen van hen werken in dat rusthuis, anderen poetsen in de school, of in het gemeentehuis. Het is een basiscursus NT2, maar wel zoveel mogelijk in functie van wat ze moeten kunnen op de werkvloer. Zo leren ze bijvoorbeeld werkinstructies begrijpen, of een praatje maken met een rusthuisbewoner of een leerling van de school.
Vroeger was deze cursus volledig klassikaal, maar we merkten dat het aantal lesuren niet volstond om echt vooruitgang te boeken. Ik gaf wel praktijkopdrachten tussen de lessen door, maar vaak bleek in de volgende les dat ze daar toch niets mee hadden gedaan. Ze hadden er geen tijd voor gevonden, of waren het gewoon vergeten. Toen ben ik begonnen met tussendoor berichten en korte opdrachtjes te sturen via WhatsApp.
Het was een tool die ze al kenden en gebruikten voor de communicatie met hun teamleider op het werk, we konden er dus meteen mee aan de slag. Bovendien is het een intuïtieve en gebruiksvriendelijke tool, dat vind ik heel belangrijk voor deze doelgroep. Niet alles hoeft via tekst te gebeuren: je kunt ook filmpjes en foto’s doorsturen, en berichten inspreken en beluisteren in plaats van te typen. Als ze een vraag of een probleem hebben, kunnen ze dat via diezelfde weg ook meteen signaleren in de groep, of ze kunnen mij een persoonlijk bericht sturen.
Terwijl ik vroeger meestal één grotere opdracht meegaf na de les, werk ik nu eerder met verschillende korte impulsen die hen aanzetten om wat ze in de les hebben geleerd ook in de praktijk toe te passen. Dan geef ik bijvoorbeeld een situatie of een vraag die ze kunnen tegenkomen op hun werk, zoals een rusthuisbewoner die klaagt dat zijn kamer nog niet gepoetst is, en dan vraag ik hen om daarop te reageren. Regelmatig stuur ik hen ook een link naar een interessant filmpje of online oefening. Zo heb ik laatst een filmpje doorgestuurd met tips voor rugvriendelijk poetsen omdat veel cursisten last hebben van rugpijn. Ik merk dat die korte oefenmomenten voor hen beter in te passen zijn in een drukke werkdag.
Vaak geef ik ook opdrachten waarbij de cursisten foto’s of filmpjes maken en posten in de groep, bijvoorbeeld van gevaarlijke producten of werksituaties. Zo verzamel ik authentiek materiaal om de volgende les rond op te bouwen, en kan ik beter het verband maken tussen wat we doen in de klas en hun ‘echte’ werkleven.
Dat is vrij goed gelukt, vind ik. De eerste lessen heb ik wel ruim de tijd voorzien om elkaar te leren kennen. Na de eerste les heb ik ook al meteen de eerste WhatsApp-opdracht gegeven: een kort filmpje maken waarin ze hun werkplek tonen en hun collega’s voorstellen. Ze vonden het heel leuk om elkaars filmpjes te bekijken en er op te reageren. Er was meteen animo in de WhatsApp-groep. In de volgende les hebben we die filmpjes dan gebruikt om het te hebben over hun verschillende taken, welke ze graag doen en welke ze moeilijker vinden. Drie cursisten hadden geen filmpje gemaakt, maar toen ze merkten dat we er in de les op verder werkten, vonden ze dat wel vervelend. De volgende keer hadden de meesten hun opdracht wel gemaakt.
De online communicatie in de Whatsappgroep tussen de lessen door, draagt op zich ook wel bij aan het groepsgevoel. Vroeger was het contact beperkt tot één groepsmoment per week, maar nu hebben ze ook tussenin meer contact. Niet alleen met mij, maar ook onderling. Ik denk zelfs dat ze nog een tweede WhatsAppgroep hebben, zonder mij, waar ze het hebben over van alles en nog wat. Ze hebben elkaar echt gevonden, en dat is heel fijn om te zien.
We hebben wel enkele afspraken moeten maken over de momenten waarop ze berichten kunnen sturen. Want sommige cursisten werken in ploegen, en dan kwamen er soms berichten heel vroeg of heel laat op de dag. Ik probeer zoveel mogelijk bereikbaar te zijn voor mijn cursisten, maar 6 uur ’s ochtends vind ik toch wat te vroeg (lacht). Ik ben ook blij dat we van het centrum een aparte simkaart hebben gekregen, want de vermenging van werkgerelateerde en prive-berichten vind ik toch niet ideaal. Dat vind ik trouwens het grootste nadeel van WhatsApp, dat ook de cursisten hun eigen privénummer moeten gebruiken. In deze groep deden ze dat sowieso al voor het werk, dus daar was het geen probleem. Maar in andere groepen is dat niet altijd evident.
Het belangrijkste vind ik dat we tijd en ruimte krijgen om uit te wisselen binnen ons team. We hebben twee collega’s die deels vrijgesteld zijn van hun lesopdracht zodat ze de andere leerkrachten kunnen ondersteunen bij hun blended cursus. Ook de ICT-medewerkers denken mee. Die uitwisseling met collega’s heeft mij bijvoorbeeld erg geholpen bij het bedenken van eenvoudige maar toch voldoende prikkelende en authentieke WhatsApp-opdrachten.
Soms hebben we ook uitwisselmomenten met leerkrachten uit andere centra, daar doe ik ook altijd veel inspiratie op. Zo waren er bijvoorbeeld collega’s die in samenwerkingsprojecten met de stad gebruik konden maken van de app Taalstad. Dat leek mij wel interessant, dus we gaan dat hier met de gemeente ook eens bekijken.
Begin klein, en neem je tijd om uit te zoeken wat het beste werkt voor jouw groep.