De blend van Alex
Ja, inderdaad, ik werk zeker één keer per week op die manier omdat ik het een goede aanpak vind om te differentiëren. De groep is nogal heterogeen. Er zijn niet alleen verschillen in niveau en leertempo tussen de cursisten, maar ook in de redenen waarom ze les volgen. Sommige cursisten zijn bijvoorbeeld in de eerste plaats gericht op het vinden van werk, terwijl anderen vooral Nederlands willen leren om hun kinderen te kunnen opvolgen op school.
Die hoeken zijn eigenlijk al een blend op zich, want er zitten altijd wel digitale leeractiviteiten tussen. Vanmorgen was er bijvoorbeeld één groepje dat online informatie opzocht als voorbereiding van een bezoek aan een opleidingscentrum van de VDAB binnenkort. Ze zochten op wanneer we welke bus moeten nemen en welke beroepen je daar allemaal kunt leren. Met die gegevens maakten ze een infobrief over de uitstap voor de rest van de groep. In een andere hoek zaten enkele cursisten die binnenkort een school moeten kiezen voor hun kinderen. Zij vergeleken websites van scholen in de buurt, zochten uit wanneer er een opendeurdag is, en bedachten vragen die ze zouden willen stellen bij een bezoek aan de school. Verder was er nog een hoek waarin cursisten individueel oefenden met NedBox Alfa en met DigLin+, een digitale alfabetiseringsmethode.
Soms werk ik met een doorschuifsysteem, maar meestal kiezen ze gewoon één activiteit. In het begin van de les stel ik de verschillende hoeken voor, en dan bekijken we wie wat gaat doen. Soms begeleid ik een activiteit in één hoek, maar vaak loop ik zoals vanmorgen rond en ondersteun ik waar nodig.
Ik kan natuurlijk niet overal tegelijk zijn, dus ik ben heel blij dat ik op die dagen hulp krijg van onze vrijwilliger Riet die één van de groepjes begeleidt, of cursisten helpt bij de individuele online opdrachten. Zelfstandig werken en online oefenen doen beroep op verschillende vaardigheden. Omdat de meeste alfacursisten niet of nauwelijks naar school zijn geweest, kan je niet verwachten dat ze die meteen allemaal onder de knie hebben. Daarom ondersteunen we hen bij het leren leren, plannen, reflecteren, en maken we hen stapsgewijs vertrouwd met digitale vaardigheden en tools.
Als de cursisten zelfstandiger en meer op maat werken, heb je ook als lesgever een andere rol. Je gaat niet langer het hele lesgebeuren sturen maar je bent meer een coach: je observeert, begeleidt en motiveert. Bij cursisten die veel ondersteuning nodig hebben, betekent dat natuurlijk ook veel voordoen, herhalen, helpen met inloggen,… Zeker bij pas gestarte cursisten of wanneer ik een nieuwe tool wil introduceren, steek ik daar veel tijd en energie in. Daarom zijn de alfacursussen in ons centrum vooral face-to-face. Een blend voor onze doelgroep hoeft niet per se afstandsonderwijs te bevatten. Maar je ziet de cursisten wel echt groeien bij elke kleine succeservaring. En na een tijdje lukt het steeds beter om zelfstandig te oefenen, en dan gaan ze ook buiten de les met de oefentools aan de slag.
Dat zijn allebei gebruiksvriendelijke en toegankelijke tools met veel audiovisuele ondersteuning, en zonder te veel ruis en overbodige knoppen. Cursisten vinden intuïtief de weg en kunnen hun eigen leerpad volgen, op hun eigen tempo. Cursisten die wat meer tijd nodig hebben, hebben niet het gevoel dat ze de anderen ophouden, en snellere cursisten raken niet verveeld. Het is ook een voordeel dat ze meteen feedback krijgen op hun antwoorden. Vroeger gebeurden veel technische lees- en schrijfoefeningen op papier, en alles moest door de leerkracht worden nagekeken. Dat kostte veel tijd. Die tijd kan ik nu steken in interactieve en functionele taken, en in het op maat begeleiden van mijn cursisten.
Ook bij tools die specifiek zijn afgestemd op alfacursisten, hebben mijn cursisten het nodig om er eerst in de klas mee te leren werken, vooraleer ze er thuis mee aan de slag gaan. Goed vertrouwd zijn met een tool is voor hen echt belangrijk om er vlot en zelfstandig mee te kunnen werken. Daarom maak ik voor de communicatie tussen de lessen door ook vooral gebruik van tools die de cursisten al kennen en gebruiken, zoals WhatsApp.
De meeste van mijn cursisten hebben enkel een smartphone, dus daar hou ik ook rekening mee. Tijdens corona heb ik bijvoorbeeld zelf een soort van klasapp gemaakt aan de hand van een stappenplan van een collega uit een ander centrum. Het is geen echte app, maar een snelkoppeling naar een online presentatie met verschillende aan elkaar gekoppelde dia's. Die link kan je op het startscherm van je smartphone plaatsen zodat het een app lijkt. Op die manier hebben ze met één klik alle informatie die ze nodig hebben: gegevens over de school, lesdagen en lesuren... maar ook een knop naar de schoolwebsite en een knop naar oefeningen, filmpjes... die de cursisten thuis kunnen maken of bekijken. Als alfaleerkracht ben ik voortdurend op zoek naar dat soort creatieve oplossingen, want een leerplatform dat echt helemaal aangepast is aan onze cursisten bestaat op dit moment nog niet bij mijn weten. Hopelijk komt daar snel verandering in.
Ja, toch wel. Berichten voor iedereen posten we in de groepschat, en daarnaast communiceer ik ook met cursisten apart. Dan stuur ik bijvoorbeeld een link naar een filmpje op NedBox Alfa over een onderwerp dat aansluit bij waar die cursist op dat moment mee bezig is. Naar de cursisten die hun kind gaan inschrijven op school, heb ik bijvoorbeeld een link gestuurd naar een item daarover op NedBox Alfa met een filmpje uit de soap Nieuw Leven. Die filmpjes vallen erg in de smaak bij mijn cursisten. Ze houden van verhalen waarin de personages in herkenbare situaties terechtkomen.
De cursisten sturen mij tussendoor ook vaak vragen en berichtjes. Ik kan natuurlijk niet op elk moment van de dag meteen antwoorden, maar daar hebben de cursisten wel begrip voor. Buiten de werkuren stel ik een automatisch antwoord in. Zo weten de cursisten dat ik hun bericht heb ontvangen maar dat ik het later zal bekijken. Ze helpen elkaar vaak ook onderling. Een cursist die digitaal sterker is, geven dan bijvoorbeeld tips aan een medecursist die een probleem ondervindt tijdens een online thuisopdracht.
Ik geef vaak thuisopdrachten waarbij ik de cursisten vraag om foto’s of filmpjes te maken in hun eigen omgeving. Die gebruik ik dan daarna in de les. Zo hebben de cursisten vorige week foto’s doorgestuurd van infobordjes en opschriften die ze tegenkwamen in de winkel. Ook hebben ze zichzelf al eens gefilmd terwijl ze een rondleiding geven in hun buurt. Verder stimuleer ik hen om ook buiten de les verder te oefenen met de tools die ze in de klas hebben leren gebruiken. Voor veel van mijn cursisten werkt het beter om regelmatig in kleine stukjes te oefenen in plaats van in één keer lang aan een stuk. Het is ook fijn dat hun omgeving dan soms ook betrokken raakt: een cursist vertelde gisteren dat haar buurvrouw haar had geholpen met een opdracht. Een andere cursist oefent soms samen met zijn zoontje, want die vindt de online oefeningen ook leuk.
Ik zou zeggen: luister naar je cursisten en stem de lessen en activiteiten af op wat zij nodig hebben. Hou rekening met wat hen motiveert en energie geeft om te leren en zorg voor een fijne sfeer in de groep. Dan zit je altijd goed. Verder: onderschat alfacursisten niet. Denk niet te snel ‘Dat gaat te moeilijk zijn, dat gaan ze nooit kunnen’. Het gaat niet altijd gemakkelijk, en je moet soms tevreden zijn met kleine stappen, maar ook die kleine stappen kunnen voor cursisten veel betekenen.